Waarom kan het ABP nu ineens wel indexeren?
Pensioenfonds ABP verhoogt de pensioen per 1 januari 2023 met 11,96%. Het ABP-vermogen is in 2022 met ruim 90 miljard afgenomen. Hoe kan ABP dan nu toch fors indexeren? En waarom kon dat niet de afgelopen jaren, toen het vermogen groeide van 220 miljard in 2010 naar 552 miljard in 2021? De verhoging geldt overigens niet alleen voor gepensioneerden, maar ook voor actieven en slapers die pensioen bij ABP opbouwen of hebben opgebouwd.
Volgens het wettelijk nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK, dat
geldt vanaf 2015) dient voor de verplichtingen op de langere
termijn (zestig jaar) de contante waarde van het vermogen van
pensioenfondsen berekend te worden met de geldende marktrente. De
marktrente was tot begin 2022 (zeer) laag, maar is nadien fors
gestegen. Als gevolg daarvan hoeft ABP minder vermogen in kas te
hebben om aan de verplichtingen op langere termijn te kunnen
voldoen. Dit betekent dat de dekkingsgraad toeneemt. De actuele
dekkingsgraden van november 2021 tot en met oktober 2022 zagen er
als volgt uit:
Dekkingsgraad
Op grond van het nFTK mag een pensioenfonds bij een dekkingsgraad van 110% of meer haar pensioenen indexeren, echter in beperkte mate. ABP heeft bij monde van voorzitter uitvoerend bestuur, Harmen van Wijnen bekend gemaakt dat de indexatie in dat geval 3,8% zou zijn geweest. ABP heeft bij de verhoging van de pensioenen met 2,39% per juli 2022 de intentie uitgesproken dat het zal overgaan tot collectieve waardeoverdracht onder de werking van het nieuwe pensioenstelsel. Dat is een eis, die in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) tot tijdelijke wijziging van het Besluit FTK van 1 juli 2022 tot 1 januari 2023 is opgenomen. Het houdt in dat vanaf een beleidsdekkingsgraad van 105% of meer een toeslag (lees: indexatie) verleend kan worden. Het Verantwoordingsorgaan (VO) van ABP heeft op 24 november 2022 met het voorstel van het ABP bestuur ingestemd. LvOP (Lijst voor Onafhankelijk Pensioentoezicht) stemde tegen omdat zij van mening zijn dat de pensioenkas voor jongeren te zijner tijd onvoldoende vermogen zal bevatten.
11,96%
Nu de pensioenen per 1 januari 2023 met 11,96% stijgen zal de actuele dekkingsgraad naar verwachting dalen naar 112%. Dat is, aldus ABP-bestuurder Harmen van Wijnen, voldoende om de transitie naar het nieuwe stelsel te kunnen realiseren. De 11,96% staat gelijk aan de gestegen kosten voor levensonderhoud in de referteperiode van september 2021 tot september 2022. Het ABP bestuur heeft gemeend dat deze 11,96%, gelet op de financiële situatie van ABP (lees: de beleidsdekkingsgraad), verantwoord is. Er is sprake van evenwichtige belangenafweging en de verhoging is eerlijk voor alle leeftijdscohorten van de ABP-deelnemers.