Raad van toezicht heeft een meedenk-achterstand
Bestuurders in de zorg blijken in grote lijnen tevreden over het functioneren van hun raden van toezicht. De sparringpartnerrol laat echter sterk te wensen over: Gesprekken tussen bestuur en toezicht leiden weinig tot nieuwe inzichten. Dat blijkt uit een recent onderzoek van Nationaal Register en NVTZ. Ondanks de diverse excessen in de zorg de afgelopen jaren, is het gros van de zorgbestuurders tevreden over de raad van toezicht. Ruim 60 procent van de respondenten geeft hun raad van toezicht het rapportcijfer 8 of hoger en is tevreden met de samenwerking. 37 procent van de bestuurders geeft het rapportcijfer 7 of lager.. Toezichthouders richten zich volgens bestuurders in eerste instantie op de formele toezichthoudende/goedkeurende rol, waarbij de andere gewenste rollen van werkgever en vooral die van sparringpartner erbij inschieten. Bij de laatste is er volgens de bestuurders wel aan de voorwaarde van voldoende kennis voldaan. Dat neemt niet weg dat maar 28 procent van de bestuurders positief reageert op de vraag of zij altijd tot nieuwe inzichten komen in de rvt-vergadering. Hoewel er volgens de bestuurders geen sprake is van een informatieachterstand, lijkt er wel sprake te zijn van een meedenk-achterstand. Volgens het onderzoek blijft zo de toegevoegde waarde van de raad van toezicht achter. Dat betekent dat de visie vooral van het bestuur moet komen. Volgens de bestuurders laten toezichthouders zich ook vaak exclusief door het bestuur voeden met informatie.(Bron: Nationaal Register - 15-04-2013)[caption id="attachment_10411" align="alignleft" width="240"]
foto: nacaseven[/caption]