7 augustus 2012Onderzoek naar CBR-pensioenen afgerond
Onderzoek naar CBR-pensioenen afgerond
Vandaag zijn de resultaten gepubliceerd van het onderzoek met forensisch karakter (toedrachtonderzoek) dat forensisch accountant Integis heeft verricht naar de in- en externe geldstromen van de Stichting Toeslagfonds CBR in de periode van 1980 tot en met 2010.Aanleiding voor dit onderzoek waren herhaaldelijk door de ondernemingsraad (OR) van het CBR geuite vermoedens dat zich in het verleden onregelmatigheden hebben voorgedaan rond de pensioengelden van medewerkers van het CBR. De vele onderzoeken gedurende de afgelopen jaren hadden volgens de OR nog niet tot algehele duidelijkheid geleid.In goed overleg tussen directie en OR is daarom besloten tot een onderzoek met een forensisch karakter, waarvan de directie en de OR van het CBR gezamenlijk opdrachtgever zijn. Het onderzoek is uitgevoerd door forensisch accountant Integis en begeleid door een onafhankelijke commissie bestaande uit prof. dr. mr. M. Pheijffer RA (Nyenrode Business Universiteit), prof. dr. D.M. Swagerman (RU Groningen) en dr. J. Joling RA (Nauta Dutilh NV).In de begeleidende briefgeeft de begeleidingscommissie aan van mening te zijn dat het onderzoek op effectieve en efficinte wijze heeft plaatsgevonden met een mate van detail, waarbij de relevante feiten en omstandigheden aan de orde zijn gekomen.De vraag of er sprake was van fraude door personen en/of partijen was een belangrijke aanleiding voor het opstarten van het onderzoek. Het onderzoek geeft aan dat er geen sprake is geweest van onrechtmatige bevoordeling van personen en/of partijen. Wel zijn meerdere onregelmatigheden van uiteenlopende aard en ernst vastgesteld. De bevindingen laten zien dat in de loop van een lange periode op verschillende momenten in de tijd verantwoordelijke betrokkenen hun verantwoordelijkheid niet hebben genomen. Voor zover de geconstateerde onregelmatigheden hebben geleid tot financile gevolgen, zijn die grotendeels gecorrigeerd in de daarop volgende jaren.Afsluitend beveelt de begeleidingscommissie aan af te zien van strafrechtelijke, civielrechtelijke en/of tuchtrechtelijke acties. Ook beveelt de begeleidingscommissie aan af te zien van nader onderzoek. De commissie laat het aan de opdrachtgevers om overeenstemming te bereiken over een eventuele financile afdoening en stelt daarbij dat de redelijkheid van partijen voorop moet staan.De opdrachtgevers zijn tevreden met het degelijke onderzoek. De directie van het CBR neemt de conclusies en aanbevelingen van de begeleidingscommissie op alle punten over. De OR heeft laten weten het rapport en de adviezen van de begeleidingscommissie nader te bestuderen en zich nader te beraden. Directie en OR hebben zich uitgesproken om in goed overleg hierover verder te praten.De directie van het CBR heeft het rapport vandaag aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Milieu. Zij heeft daarbij nadrukkelijk gemeld dat de Raad van Toezicht en de directie afstand nemen van de grote mate van onzorgvuldigheid in de totale governance van het CBR in het verleden. Na het rapport van Twynstra Gudde van januari 2011 wordt de directie opnieuw geconfronteerd met zaken uit het verleden die het CBR ernstig hebben geschaad. Dit is schokkend en het bevestigt andermaal de noodzaak van de ingeslagen weg van het Verbeterprogramma en het doorzetten van ingrijpende veranderingen in de organisatiecultuur van het CBR. Sinds het aantreden van de huidige directie in 2010 is in goede samenwerking met de Raad van Toezicht, OR, medewerkers en vakorganisaties inmiddels veel veranderd en verbeterd. Zo is de pensioenvoorziening per 1 januari 2012 ondergebracht bij het ABP.(bron: CBR)
>Origineel bericht