Beroepsbevolking in twee decennia 5 jaar ouder
Tussen 1990 en 2012 is de gemiddelde leeftijd van de werkzame beroepsbevolking gestegen van 36,2 naar 41,4 jaar. De vergrijzing is volgens cijfers van het CBS een gevolg van de veroudering van de gehele bevolking, maar vooral ook van de flink toegenomen arbeidsparticipatie van ouderen. Zo werkte in 1990 slechts 35 procent van de 50- tot 65-jarigen, in 2012 was dat 62 procent. Werknemers met een vaste baan vergrijsden sneller dan werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Bij het openbaar bestuur en overheidsdiensten is de stijging met 8 jaar verreweg het grootst. Werknemers in het openbaar bestuur en overheidsdiensten zijn met 43,7 jaar het oudst, op de voet gevolgd door werknemers in het onderwijs (43,2 jaar). In 2012 was een zelfstandige gemiddeld 46,1 jaar oud. Mede doordat zelfstandigen vaker na de AOW-gerechtigde leeftijd blijven doorwerken, is de gemiddelde leeftijd van zelfstandigen hoger dan die van werknemers.10-04-2013