Onafhankelijke koepel van 43 beroepsverenigingen uit acht sectoren met circa 62.000 leden.
Aangesloten bij de Vakcentrale voor Professionals.

Pensioen ... AOW-partnertoeslag

Inleiding

Bij de individualisering van de AOW is onderkend dat een (echt)paar pas op het moment dat de jongste partner 65 jaar wordt, gezamenlijk een AOW krijgt, die vergelijkbaar is met de AOW voor gehuwden, zoals gold voor de individualisering. Voor de gevallen waarbij de jongere partner op het moment dat de oudere partner 65 jaar wordt, niet over voldoende eigen inkomsten uit of in verband met werk beschikt, is een regeling getroffen: de AOW-partnertoeslag.Het verlenen van deze toeslag is wel afhankelijk van het inkomen van de jongere partner, maar niet van het inkomen van de oudere partner. Anders gezegd een multimiljonair van 65 kan een toeslag voor een jongere partner ontvangen als die jongere partner geen (of nauwelijks) inkomsten heeft, terwijl iemand van 65 jaar met een schamel pensioen, maar een jongere partner met een inkomen uit arbeid vanaf 1.200 euro per maand, of een VUT-uitkering van 700 euro per maand niets krijgt. 

Afschaffing toeslag

Besloten is de AOW-partnertoeslag per 2015 af te schaffen, vanuit de gedachte dat steeds meer vrouwen - in de meeste gevallen is de jongere partner zonder voldoende eigen inkomsten een vrouw - economisch zelfstandig zijn en om te stimuleren (meer) te gaan werken. In 2015 wordt het aantal tweeverdieners geschat op 75% van alle samenwonenden, maar ook daarvoor zullen er veel anderhalfverdieners onder de samenwonenden zijn.Vooruitlopend op de afschaffingheeft de regering de AOW-partnertoeslag met ingang van 1 augustus 2011 met 10% verlaagd. Huishoudens met een gezamenlijk inkomen van 30.000 euro en minder zijn van deze maatregeluitgezonderd.

Te overwegen acties

De CMHF raadt u - ongeacht het geboortejaar - aan geen maatregelen te treffen om het missen van een AOW-partnertoeslag op te vangen, als:
  1. de jongste partner verwacht bij het 65 jaar worden van de oudste partner, voldoende eigen inkomen te hebben of
  2. eventuele pensioengaten van de (jongere) partner eerder voor reparatie in aanmerking komen of
  3. het leeftijdsverschil tussen u en uw partner klein is en het dus om een relatief klein bedrag gaat of
  4. u verwacht dat u tot de jongste partner 65 jaar wordt, ook zonder extra voorzieningen kunt rondkomen, bijvoorbeeld omdat de hypotheek (bijna) is afgelost of de kinderen eigen inkomsten hebben en zelfstandig wonen.

Huidige regeling

Personen geboren voor 1950 kunnen vanaf het moment dat zij 65 jaar worden voor een jongere partner - tot het moment dat die jongere partner 65 jaar wordt - een toeslag van maximaal 50 procent van het minimumloon, dat is bijna bruto 700 euro per maand krijgen. Voorwaarde is dat die jongere partner geen of weinig inkomen heeft. Er wordt gekeken naar het inkomen van de partner uit arbeid (een baan), of inkomen in verband met arbeid (een sociale uitkering of VUT). Het inkomen van de oudere partner is niet relevant.
  • Als de jongere partner eeninkomen uit arbeidheeft dat hoger is dan 1.211 euro per maand bestaat geen recht op een toeslag.
  • Inkomen van de jongere partneruit arbeidtot 200 euro per maand leidt niet tot een korting; tussen 200 en 1.211 euro in de maand wordt voor twee derde gekort.
  • Als de jongere partnerinkomen heeftin verband met arbeid(VUT of een sociale uitkering) dat hoger is dan 673 euro per maand, is er geen recht op een toeslag; elk lager bedrag wordt volledig op de toeslag in mindering gebracht. Het verschil in behandeling met inkomen uit arbeid is bedoeld om (een beetje) werk te bevorderen.
  • Het leeftijdsverschil tussen beide partners bepaalt de duur van de AOW-partnertoeslag: zodra de jongere partner 65 jaar wordt, krijgt die zelf AOW en stopt de toeslag.

Toekomstige regeling

Als de oudere partner geboren is na 1949, ontvangt hij/zij ongeacht het inkomen van de jongere partner geen AOW-partnertoeslag, maar uiteraard wel eigen AOW vanaf 65 jaar. Zodra de jongere partner 65 jaar wordt, krijgt die ook de eigen AOW, zodat de gezamenlijke AOW even hoog is als de voormalige AOW voor gehuwden.

Voorlichtingscampagne

SZW start een informatiecampagne over AOW-partnertoeslag om mensen die het aan zou kunnen gaan voor te lichten. Staatssecretaris Aboutaleb vindt het belangrijk dat mensen op de hoogte zijn van de gevolgen die de afschaffing per 2011/2015 voor hen kan hebben, zodat zij hier tijdig op kunnen inspelen door bijvoorbeeld te sparen of een baan te zoeken.De CMHF vindt een voorlichtingscampagne gericht op 2011/2015 op zich nuttig. De CMHF acht het van groter belang om bovenstaande toets - die zowel geldt voor als na 2011/2015 - onder de aandacht van haar leden te brengen.De communicatie van SZW richt zich primair op mensen geboren na 1949 en voor 1972; dit is de groep tussen de 35 en 58 jaar. Binnen deze groep wordt speciale aandacht besteed aan de groep tussen de 50 en 58 jaar, omdat zij als eersten te maken kunnen krijgen met de afschaffing van de partnertoeslag. De nadruk ligt daarbij op traditionele kostwinnersituaties, met name mensen met een lager inkomen, allochtonen en vrouwen. Alle gehuwde mensen geboren in 1950 krijgen een persoonlijk geadresseerde brief. Afhankelijk van de resultaten van deze mailing, kan besloten worden hem te herhalen voor andere leeftijdsgroepen.

Onderzoek naar kennis over AOW-partnertoeslag

Uit onderzoek in opdracht van SZW (voor het besluit om de toeslag al gedeeltelijk per 2011 af te schaffen) blijkt dat 55 procent van de bevolking het als onjuist beoordeeld dat de AOW-partnertoeslag alleen voor jongere partners met weinig inkomen is. Onder de ondervraagden tussen de 46 en 57 jaar ligt dit zelfs op 63 procent. Verder blijkt dat van alle ondervraagden 44 procent niet weet wat de AOW-partnertoeslag is. Hoger opgeleiden weten dit iets vaker dan personen met een lagere en middenopleiding en ouderen weten dit iets vaker dan jongeren. Hogeropgeleiden blijken minder dan lageropgeleiden te weten dat een toeslag voor de jongere partner alleen wordt gegeven als de jongere partner geen tot nauwelijks eigen inkomsten heeft.Een derde van mensen die gevolgen ondervinden van de afschaffing weet dat de partnertoeslag in 2015 wordt afgeschaft. Een derde van de ondervraagden wenst meer informatie over wat er gedaan kan worden om de gevolgen van het verdwijnen van de partnertoeslag op te vangen, 56 procent heeft hier geen behoefte aan. Een kwart van de ondervraagde vrouwen heeft aangegeven extra informatie op prijs te stellen, terwijl dit percentage onder de mannen op 42 procent ligt.Drie maal zoveel hoog opgeleiden denken dat zij niet in aanmerking zullen komen dan laag opgeleiden. Dit is mede verklaarbaar omdat bij hoogopgeleiden de kans veel groter is dat de jongere partner voor 1965 over zoveel eigen inkomen zal beschikken dat voor en na 2015 de AOW-partnertoeslag niet aan de orde is. Van de hogeropgeleiden denkt overigens 21 procent dat de partnertoeslag alleen voor vrouwen is; dit is niet uitgesplitst naar leeftijd.De helft van de hogeropgeleiden verwacht na het 65e jaar over minder inkomen te beschikken. In de leeftijdscategorie 46-57 jaar ligt het percentage mensen dat over voldoende informatie over hun inkomenspositie na hun 65e beschikt op 51 procent, tegenover 37 procent in de jongere groep.

 
Deel deze pagina: